zondag

de muziek stond zacht aan
het bankstel stond stil te staan
in de koninklijke kamer
 
ik weet niet hoe het kon gebeuren
dat plotseling het bankstel alleen was
terwijl de muziek zich voegde
bij mijn blik

zo durfde ik wel
uit het raam te kijken
naar een wolk die trilde
als was hij net aangeraakt
door een geheime hand.

trammelant

er staat geen reclame op de tram
maar lichamen zonder hoofd
misschien is het niet slim
om in te stappen

als de tram al met een schok
in beweging komt, de bocht om vliegt
moet ik nog kiezen voor een stoel
die met de graffititekens dan maar

straks gaan de zwarte knopjes stuk
dan moet je mee met de smalle bestuurster
heen en weer, heen en weer, de hele dag lang
dan wen je wel aan je eigen tramstoel en

aan de andere reizigers
met wie je, achteraf, kunt praten
als met niemand anders
over die ene dag, die dag in de tram