Zwoel | Wij |
een dag in augustus in Groningen | er waren nooit woorden voor |
zou eeuwig duren, eeuwig duren | laat staan |
we lagen met z’n drieën naakt op een dak | hoge plafonds of hemels |
verstopt tussen omringende huizen, we leken | je wilde nergens naar toe |
wel lijken, maar niemand kon ons zien | je wilde niets bereiken |
niemand kon tussen ons in komen en | het was droog |
er was nog geen gedicht | laag viel op laag |
als bladzijden | |
een zuchtje wind, knarsend grind onder | in een oud Frans boek |
een teen en één van ons draaide | plakten we aan elkaar |
het zou kouder worden | maar met verbeterde |
we zouden ouder worden | sterker ruikende |
onze vriendschap moeten achter- | verslavende lijm |
laten op een dag op een dak | ik wenste toen |
in een gedicht | dat het eens los |
liet dat | |
er een woord viel dat | |
het eindelijk zou | |
gaan regenen | |