een verdwaald ontwaken
van een rood diertje
in een dauwdruppel
een kleine eenheid
zonder mond
oren of ogen
maar beschenen
door de zon
niets buiten
deze rode wereld
die groter wordt
alsmaar groter
als een geblazen zeepbel
die groeit, in plaats van
uit elkaar te spatten
is deze droom
die weigert
met de nacht
te verdwijnen.